Lievens blog

Van Colombia naar Ecuador

Ecuador, land nummer 4! Vier nog maar?

En ik had zelfs nog wat langer in Colombia kunnen blijven. Niet alleen omdat er nog zoveel meer te zien is. Iemand vertelde me voor ik vertrok dat ik zes maanden in Colombia zou kunnen rondreizen en me niet vervelen. Ik denk dat hij/zij (ik weet niet meer wie het zei) gelijk had. En dan had ik ook noodgedwongen Bogota en Parque National Los Nevados moeten overslaan. Maar ik had het er ook naar mijn zin dankzij die aardige Colombianen. Veel redenen om nog eens terug te keren dus. Ik kan Colombia van harte aanraden aan iedereen. Het heeft voor elk wat wils. Een gids/website die me vaak geholpen is Colombia Facil. Blijkt dit trouwens het initiatief van een Belgische te zijn. Superhandig boekje, veel tips en de hostels die er in aangeraden worden, zijn altijd meegevallen. Bij sommige krijg je op vertoon van die gids trouwens een extraatje, een gratis pint of zo. Altijd fijn! Hebben ze voor Ecuador ook zo eentje?

Wat gebruik ik nog zoal om mijn reis wat te plannen (euh… plannen… zou ik beter wat meer doen ja ) en me te informeren over wat er zoal te doen is en hoe er te geraken: de ibook versie van de Lonely Planet (niet zo handig) en een tweedehands Footprint South America die ik in Cartagena op de kop tikte op een marktje. Wat ook handig is, zijn de visitekaartjes van hostels die je overal vindt. Handig om de weg te vragen en ik koos ook wel eens een hostel gewoon omdat hun visitekaartje er leuk uitzag. En meestal straalt dat ook een beetje de sfeer van het hostel uit, dus dat kwam ook telkens goed.

Maar goed, de laatste week Colombia. Na Salento kwam Cali. Dichtbij, volgens de Colombianen, want maar drie uurtjes rijden. In het hostel waar ik daar verbleef, zaten er vele mensen die allerlei manieren aan het bedenken waren om naar Ecuador te reizen. Er was nog steeds die staking en de daarbij horende wegblokkades. Zelf was ik niet erg gehaast dus leerde ik Cali wat beter kennen. Ik had niet zo veel van die stad verwacht, het enige dat ik er van gehoord had, was dat het de hoofstad van de salsa was. En aangezien ik niet zo goed ben in gecoördineerd bewegen op muziek, dansen dus, was er op het eerste gezicht niet zo veel te doen voor mij. Maar door wat lukraak rond te wandelen en weer zo een gratis citytour, leerde ik er veel leuke interessante plekjes kennen. Bij lukraak moet ik hier even een kanttekening maken, op het stadsplan van Cali dat je in de tourist info krijgt, wordt elke buurt aangeduid volgens drie gradaties: ‘veilig’, ‘pas op je spullen’ en ‘vermijd deze plek’. Dus lukraak vermeed ik maar enkele plekken. Maar ook interessante musea, hippe cafeetjes en zelfs een pak veggie restaurants. Ik was dus overtuigd om ook maar eens van de salsafeestjes te proeven.

Alleen, ik was daar zondag en maandag en dat zijn nu niet de beste salsa-avonden naar het schijnt. Dat zijn donderdag, vrijdag en zaterdag. Ik besloot dan maar twee dagjes naar kust te gaan, want het is daar walvissenseizoen en ik had altijd al graag eens een walvis in het echt gezien. Donderdag zou ik dan terugkeren naar Cali om van de de salsa te proeven en dan weer verder zuidwaarts als de wegen weer open zouden zijn.

Walvissen gaan kijken in Ladrilleros aan de pacifische kust. Daarvoor moet je eerst naar Buenaventura reizen en dan nog uurtje in een motorboot langs de kust naar Juanchaco varen en dan nog eens een stukje in de kar achter een traktor of op een moto tot in Ladrilleros. Afgelegen dus. Voor buenaventura had men me gewaarschuwd, dat is de grootste havenstad van Colombia en zoals vele havensteden (zie antwerpen 😉 ) trekt die allerlei soorten mensen aan en dus ook wat louchere figuren. Ook al omdat de haven vaak gebruikt werd ( en wordt?) voor het meest beruchte exportproduct van Colombia. Maar ik passeerde er vlotjes. In Ladrilleros verbleef ik in een soort ‘resort’, ‘all in’ zelfs. Gelukkig maar want in dat dorp was niet zo veel te vinden qua winkels of restaurants en wat er te vinden was, leek me allemaal een beetje onderkomen. Het hele dorp eigenlijk. Maar er waren wel walvissen voor de kust! Redelijk veel zelfs, het moet druk zijn daar onder water. In de verte zagen we zelfs walvissen uit het water springen zoals op toeristische folders en zo, eens we dichterbij kwamen bleven ze wel rustig in het water. Ze zullen gemerkt hebben dat we geen foto’s kwamen maken voor die folders zeker? Dus toch een klein beetje teleurgesteld.

En dan terug naar Cali. Dit keer nam ik de moto van Ladrilleros naar Juanchaco, met mijn rugzak achterop en het regende. Ik voelde me niet helemaal op mijn gemak ook al is het maar 10 minuutjes. Je zou denken dat die moto dan meteen volgeladen is, maar de chauffeur nam onderweg nog kindje mee onder zijn regenjas en zette hem af voor de school.

Salsa gedanst in Cali, check.

Dezelfde mensen van die gratis tour in Cali, organiseerden ook een tour langs be beste salsaclubs. Dat is handig want dan moest ik niet op mijn eentje zo een club binnenstappen. De oudere clubs die terug gaan tot in de jaren ’30 vond ik nog een coolst, qua inrichting en ook omdat er veel oudere mensen sjiek gekleed met veel plezier en zwier dansten. Een geweldig zicht. Een oudere dame leerde ons de basics van salsa: 1-2 1-2, makkelijk zat! De tour eindigde in de Tin Tin Deo een modernere club en volgens de The New York Times zelfs de beste club voor salsafeestjes. Iederen danste er. Iedereen danst er ook met iedereen. En velen dansten er ook zeer close en vrij uitdagend soms. Om eerlijk te zijn, ik zou er niet gerust op zijn mijn vriendin (als het god belieft) er de dansvloer zien op te gaan. Ik heb er dus ook even gedanst, wel met meer aandacht voor de 1-2 1-2, dan al de rest, dus zeker geen vriendjes jaloers gemaakt. Eerder aan het lachen gebracht.

Toen ik in Cali terugkwam op donderdag in hetzelfde hostel, was het nagenoeg leeg. Dat betekende dat iedereen die ik er maandag zag broeden op plannen om in Ecuador te geraken er uiteindelijk weg geraakt was en dat de wegblokkades dus voorbij zouden zijn. Dus begon ik ook aan mijn trip Ecuador-waarts. Eerst nog een stop in Popayan, weer een mooi koloniaal stadje, maar zo had ik er ondertussen al een paar gezien, meer dan 1 dag zou ik er dus niet blijven. Het was net die dag dat Colombia van Ecuador won in het voetbal. Ik stond toevallig net ergens op een berg, een met mooi uitzicht over de stad toen ik opeens langs alle kanten gejuich hoorde opstijgen. 1 – 0. En dat zou zo blijven. Colombia gekwalificeerd voor de wereldkampioenschappen in Brazilië volgend jaar. Feestje. Hoe zit het met de Belgische nationale ploeg eigenlijk?

‘S anderendaags in 14 uur, 4 bussen, 1 taxi en 1 grensovergang naar Otavalo, Ecuador. Een vermoeiende reis. En ik ben opgelicht door twee dametjes aan de grens! Zoals aan elke grens ( behalve in Europa, dankzij de Euro, jeuj!) staan er daar allemaal mensen klaar om je geld te wisselen. Ik had niet zoveel Colombiaanse pesos meer op zak, nou ja 60000 klinkt wel veel natuurlijk, dus ik besluit ze maar te wisselen, dan kon ik er meteen de bus mee betalen. De dames stellen mij een wisselkoers voor die lager ligt dan de gewone, maar niet zoveel, dus beter dan ik verwacht had aan de grens. Ze doen me de berekening voor op een rekenmachine: 22 Dollar. Zonder er verder bij na te denken wissel ik. Achteraf zit ik in de bus en reken ik het zelf eens na en realiseer me dat ik zo een 30 Dollar had moeten krijgen. Ben ik nu slachtoffer geworden van de truuk met de gemanipuleerde rekenmachine? Nu ja 8 dollar is nu ook het einde van de wereld niet en waarschijnlijk kunnen ze ook niet flagranter gaan, want dan zou je sneller onraad ruiken.

Ja, in Ecuador gebruiken ze weer Dollars. De vervelendste munt qua muntstukken, na 2 weken Panama, waar de Amerikaanse Dollar ook de munteenheid is, kon ik de dimes nog niet onderscheiden van de quarters etc… Waarom zetten ze daar gewoon geen cijfertjes op of maken ze die munten van klein naar groot naargelang de waarde…

Otavalo is eerste stop in Ecuador. Het valt me meteen op dat Ecuador totaal anders is dan Colombia. Veel meer inheemse bevolking. Maar dat kan dan ook liggen aan het feit dat Otavalo de plek is met de grootste inheemse markt voor allerlei handwerk en dieren in Ecuador. Dat wil zeggen: een marktplaats met een paar honderd kraampjes die ongeveer allemaal hetzelfde verkopen. Ik koop er een sjaal, wanten, een muts en een warme sweater, Allemaal assorti met een lama-motiefje, en nog wat ander spulletjes. Niet dat ik er daardoor nu als een local uitzie, behalve een paar toeristen heb ik nog niemand met lama-motiefjes zien rondlopen. Misschien moet ik mijn strooien hoed inruilen voor een lokaal vilten exemplaar daarvoor.

Kunnen vrouwen er met witte kniekousen, een vilten hoed en een tafelkleed sexy uitzien? Jawel. Al waren het misschien die ondeugende oogjes.

En veel eetstalletjes met lekker eten voor geen geld. je vraagt je af hoe ze er iets aan verdienen. En met vegetarische opties. Hier in Ecuador eten ze weer meer aardappelen. Of toch in deze regio. Dat vind ik ook geweldig. Om die rijst eens af te wisselen, maar ik vind ‘patatten’ gewoon ook echt lekker. In al hun bereidingen, van gekookte tot gebakken tot puree, stoemp, gratin, frietjes,… Om de overgang wat makkelijker te maken, en voor elk wat wils dus, hadden ze ook een schotel aardappelen met rijst met pasta (en groentjes en een ei).

Betreffende festivals en zo heb ik nog geen geluk gehad deze reis. Vaak kom ik ergens aan om daar te horen dat er net een muziekfestival was het voorbije weekend of zo. Plannen, zucht. Maar in Otavalo was het net dan Festival del yamor, dus ik dacht eindelijk eens festiviteiten mee te maken, maar bleek dat er die dagen vooral activiteiten buiten de stad waren. Mijn romantisch ziel had trouwens eerst ‘festival del amor’ verstaan. Als er dan toch geen festival del amor was, dan ging maar naar een vogelpark met een vogelshow. Ook plezant en een mooie wandeling.

En dan de bus op naar Quito. Een drukke stad, met drukke mensen op 2800 meter hoogte. Ik moest er wel even wennen, niet alleen aan de hoogte, maar ook aan de stad. Dat heb ik meestal wel met grotere steden, maar dit keer ging het vrij moeilijk. Maar ik ontmoette er ook een oude bekende: Carlito! Dat is wel aangenaam na zolang reizen. Hij was toevallig in Quito om enkel installaties te controleren, die hij gaat gebruiken voor zijn brouwerij in Cuenca. We konden niet anders dan daar een paar pinten op drinken. Jammer genoeg zal de brouwerij nog niet klaar zijn bij mijn passage. Laat staan het bier gerijpt. Weer een reden om nog eens terug te keren. Die redenen blijven zich opstapelen. Misschien moet ik de reis gewoon nog eens in omgekeerde richting doen vanuit Buenos Aires (mijn eindpunt in december… Voorlopig 😉 ) Nog een zes maand tijdskrediet aanvragen dan.

Voor de rest wat toeristische attracties gedaan daar in Quito. Een kabellift naar een vulkaan met prachtig uitzicht over de stad, een soort pretpark rond de evenaar ‘el mitad del mundo’ (al blijkt de lijn die ze daar op de grond getrokken hebben niet helemaal te kloppen met de evenaar), een kathedraal waar je in de toren kan klimmen, wat musea,… Maar er was eigenlijk niets speciaals waarvoor ik naar Quito gekomen was. Eigenlijk ben ik hier vooral omdat het op de weg ligt en een handig vertrekpunt is voor allerlei uitstappen. Maar misschien leer ik het nog wel appreciëren, want ik kom er nog wel eens terug voor een dagje.

Ondertussen ben ik al wat verder dan Quito, maar ik ga het hier bij houden voor deze keer. Deze blogpost kwam tot stand in verschillende stukjes, geen idee waarom het niet meteen lukte. Moe, slechte internetverbindingen, uitstapjes,… Ik mag niet zeggen dat ik geen tijd had natuurlijk, maar toch. Voor zo een blogpost heb ik toch even een rustig momentje alleen nodig om er aan te werken en als je in hostels verblijft en graag eens wat dingen bezoekt of doet, lukt dat niet altijd. Een beetje dezelfde reden waarom de er in de schetsboekjes die ik meezeul nog niet zoveel is getekend. Ook daarvoor zit ik graag even op een rustige plek en dan kan ik er in opgaan en uren doorgaan. Eerder dan zo tussendoor even een schetsje te maken. Hetzelfde met blogs schrijven.

Binnenkort dus meer van op een ander rustig plekje!

Oh, nog eens een verzoekje. Laatst speelde er in een bus hier een vette mix van allerlei jaren tachtig nummers (denk ik). Eentje bleef maar in mijn hoofd afspelen, vervelend, en nu wil ik graag weten welk nummer het was! Shazam herkent mijn geneurie niet… Dus misschien weet iemand het, het klonk ongeveer zo:

Het melodietje wat sneller of trager… De bas en de drum kon ik niet laten toen ik met Garageband aan het spelen was. Er komt ook nog ergens een ‘wie-oew wie’ stukje in, als dat kan helpen. Waarschijnlijk lijkt het er uiteindelijk helemaal niet op, maar we kunnen maar proberen. Alvast hartelijk bedankt. Wie het juist heeft, krijgt een kaartje!

[shashin type=”photo” id=”815,816,817,818,819,820,821,822,823,824,825,826,827,828,829,830,831,832,833,834,835,836,837,838,839,840,841,842,843,844,845,846,847,848,849,850,851,852,853,854,855,856,857,858,859,860,861,862,863,864,865,866,867,868,869,870,871,872,873,874″ size=”small” columns=”max” order=”user” position=”center”]

Mobiele versie afsluiten