Over de Santa Cruz trek in De Cordillera Blanca, de feesten van Virgen del Rosario in Huari en een kort citytripje in Lima.
In Huaraz was de tijd gekomen om afscheid te nemen van 2 vrienden, twee trouwe bondgenoten, die me op de voet volgden op verschillende uitstappen en reizen. We hadden samen door steden geslenterd, bergen beklommen en oerwouden in Azië en Midden- en Zuid-Amerika getrotseerd. Een vriendschap die me veel steun en houvast heeft geboden, maar die nu wel gevaarlijke vormen begon aan te nemen. Zeker in de bergen. Genoeg sentimentaliteit, ze zorgden er voor dat ik laatst wat slippertjes maakte, helemaal afgesleten waren ze en dan moet je gewoon nieuwe schoenen kopen.
Best niet gemakkelijk om goeie schoenen te vinden in den vreemde. Aangezien Huaraz bekend staat om zijn trektochten en andere outdoor activiteiten, dacht ik er wel deftige winkels te te vinden. Maar dat viel dus tegen. Veel schoenenwinkels, dat wel, maar het aanbod was op zijn minst dubieus. Uiteindelijk koos ik voor een paar waarop het merk juist gespeld en die dus iets duurder waren. Dat leek me het beste. Als het namaak is, dan toch door iemand die de moeite heeft gedaan om dat soort details juist te hebben.
Nieuwe schoenen voor een trektocht van 4 dagen door de Andes, dat leek het perfecte recept blaren. Maar dat viel dan weer geweldig mee. Niets van last. Dus ik en mijn voeten zijn zeer tevreden met onze nieuwe vrienden.
Die Santa Cruz trek van 4 dagen, de mooiste, zei men, en dus ook de populairste deden we wel eventjes in 3 dagen. Niet dat we gehaast waren. Eerst en vooral omdat er een Fins koppel in onze groep heel erg last had van hoogteziekte en we dus zo snel mogelijk zo veel mogelijk wilden afdalen voor hen. Daar kwam nog bij dat een van onze ezeltjes die een deel van onze bagage droegen in een ravijn tuimelde die laatste dag. Toch zo een 15 meter diep de rivier in. Natuurlijk zat ook een deel van van mijn bagage er bij. De bagage werd snel gerecupereerd, maar op zo een hoogte en met die temperatuur is vochtige kledij en slaapzak niet zo aangeraden. Ook het ezeltje werd snel opgevist op de rivier. Van zodra het nieuws over het ezeltje verspreid geraakte, kwamen er vanuit naburige dorpen, die wij in de verste verte nog niet konden bespeuren, de broer, de schoonbroer, de zus, de neven,… Van de ezeldrijver toegesneld. Het leek wel of iedereen er plots betrokken partij en familie was. Er werd ons verteld dat het goed zou komen met het ezeltje. Ik hoop het van harte voor het ezeltje en voor de man voor wie het toch een groot deel van zijn inkomen betekent.
Naast de drie Finnen en de ezels zaten er in onze groep ook nog 3 leuke Engelse meisjes en een tiental Israëliers. Wat hebben we daaruit geleerd: bij trektochten navragen naar een maximaal aantal deelnemers – 15 was echt wel te veel voor 1 gids en kok- en checken of er niet een heleboel Israëliers bij zit. Op zich niets tegen Israëliers, maar in groep waren ze zo asociaal dat het niet meer leuk was voor de anderen. Een Israëlisch koppel, dat niet echt bij de groep hoorde, daarentegen interageerde wel een beetje met de rest van de groep. Ik heb al geleerd van de vele Israëli’s die ik op deze reis ontmoette dat zij vaak een grote reis maken na hun tweejarige legerdienst vooraleer hun studies aan te vatten. Je zou dus denken dat die groep in topvorm moest zijn. Maar dat was dus helemaal niet zo. Hoe vaak hebben we niet lange tijd moeten wachten op hen, het werd zelfs vervelend op den duur. Ik hoop dat de Iraanse inlichtingendiensten deze blog niet lezen, anders… Maar om het eens over de tocht door de cordillera blanca zelf te hebben, die was wondermooi en impressionant. We liepen tussen de hoogste Peruaanse toppen van de Andes. De Alpamayo, wat de mooiste berg ter wereld zou zijn en de Artesonraju, wat de beroemde Paramount berg zou zijn, maar wel gezien van een andere kant dan wij hem zagen, onder andere,… En het was ook heel gezellig met de rest van de groep en de gidsen. Wel koud ’s nachts brrr… -2 zeiden ze, in een tentje. Ik heb met een muts geslapen zelfs.
Het was ook de zoveelste keer dat ik een gids op deze reis hoorde vertellen hoe drastisch het klimaat gewijzigd is de laatste tijd in deze regio. Vroeger waren er duidelijke seizoenen, dat wil zeggen een regenseizoen en een droog seizoen, winter en zomer. Men kon ook vrij goed het weer voorspellen, maar nu is het “loco” geworden. Zo veranderlijk dat het zelfs gevaarlijk is. Er zouden ervaren gidsen gestorven zijn door plotse lawines of aardverschuivingen veroorzaakt door het smelten van de gletsjers. Een deel van het pad dat we deden, is een jaar geleden zo helemaal weggevaagd door een aardverschuiving en de daarbij horende stroom modder en stenen. Op zich een impressionant zicht, wat een impact voor de hele vallei. Misschien toch die auto eens wat meer laten staan, lieve mensen?
Zouden de collectivo’s die ze hier kennen, geen goed idee zijn? Busjes die van stad naar stad rijden en pas vertrekken als ze vol zitten. En vol, dat betekent hier ook het optimaal gebruiken van de koffer bijvoorbeeld. Een extreme vorm van carpooling, maar wel effectief. Het werkt hier enorm goed, en meestal hoef je niet zo lang te wachten.
In Chachapoyas had ik Pascale, een Canadese, leren kennen, we deden er toevallig nagenoeg elke dag dezelfde uitstap. Zij werkt in Huari als vrijwilliger voor een organisatie die daar de landbouw wat duurzamer en milieuvriendelijker wil helpen maken. En Huari is niet ver van Huaraz en er waren net de jaarlijkse, vrij bekende feesten ter ere van de Virgen Del Rosario aan de gang. Mijn kans dus om eens de lokale feesten niet te missen. Niet ver, in Peru is vier uur rijden niet ver. Men kijkt nogal raar als ik verek dat je in België na 4 uur rijden niet meer in België bent. (Tenzij je op het verkeerde moment, de Brusselse of Antwerpse ring neemt natuurlijk)
Toen ik aankwam, bleek dé activiteit van de dag een corrida te zijn. Daar had ik niet op gerekend. Ik had niet zo veel zin om daar naar toe te gaan, wegens toch wel wat bezwaren daar tegen, maar aangezien er niet veel anders te doen was, ik gratis kon binnenglippen en uit een soort van antropologische nieuwsgierigheid – ik moet dat toch eens gezien hebben om te kunnen oordelen, al geloof ik het ook wel als anderen het zeggen- besloot ik toch maar mee te gaan. En het was zoals ik verwachtte. De stier, die nog energetisch (en wat opgefokt waarschijnlijk) de ring in gelopen komt, wordt door een vijftal torero’s afgemat. Ondertussen krijgt hij ook nog eens steek in zijn nek van de picador. Dan komen er een paar mannen die wat ‘flosjen’ in zijn nek steken, die vond ik de moedigste van al. Waarna de torero de afgematte, lijdende stier met veel show en jannettenmanieren afmaakt met een degen. Meer show dan moed en in sommige gecallen niets eens goed gedaan, waardoor het dier nog wat meer lijdt dan in andere gevallen. Conclusie: dit moeten we niet meer zien en maar goed dat het in sommige landen verboden is. Een conclusie die ik niet kenbaar maakte aan de Huarianen, want die leken zich enorm te amuseren. Sommigen gingen er met veel passie op in. Een beetje zoals men in België passioneel voetbal kan becommentariëren op café. Maar voor voetbal sterven er geen dieren. Toch niet meer sinds men de bal niet meer uit een varkensblaas maakt.
De tweede dag in Huari deden we een stevige tocht naar het purhuay meer in de buurt en ’s avonds maakten we artisanale pizza in de houtoven samen met enkele mensen van het dorp, vooraleer opnieuw naar de festiviteiten te gaan. De houtoven werd plots mijn veantwoordelijkheid en desondanks was de pizza heerlijk. Die avond was er een “castillo”, een grote bamboeconstructie volgepropt met vuurwerk waar rond en tussen gedanst werd. Een beetje gevaarlijk vond ik, maar niemand raakte gewond. Al werd ik plots wel door een paar mensen aan de kant getrokken, toen een paar kerels vlak naast me vuurwerk wilden afsteken. Zo zelfs zonder feesten is vuurwerk of vuurpijlen afsteken, uit de losse pols vaak, in die streek een populair tijdverdijf. In Huaraz hoor je ook geregeld eentje knallen.
Daarna was het tijd voor dans. En ik liet me ook weer verleiden, de lokale dans bleek er vooral uit te bestaan om heel gek met je voeten te zwiepen en te stampen. Het soort dansen waar ik het wel voor heb, kortom. Ik kon alleen niet vermoeden dat zo een dans wel zo een half uur kon duren. En dat nadat je enkele dagen wat bergen hebt op en af gelopen.
Ideaal voor een een goede nachtrust op op de nachtbus naar Lima. Al zou de bus vanuit Huari dan weer niet ideaal blijken voor een goede nachtrust, wegens totaal niet comfortabel. Eigenlijk was het een gewone bus om mee naar de Ardennen te rijden of zo. Dus kwam ik een beetje uitgeput toe in Lima. Ik vond Lima dan wel een van de meer aangename grote steden die ik hier al bezocht heb. Niet zozeer het historische centrum, alhoewel je daar ook veel mooie huizen, kerken en zo kan bekijken. Maar de meeste hostels en cafés en restaurants zijn in de wijken, nou ja stadsdelen, Miraflores en Barranco, met heel gezellige buurten. De inrichting en zelfs het verkeer en properheid hadden er meer weg van een Europese stad. Eigenlijk was 3 dagen Lima te weinig, maar waarschijnlijk 7 dagen ook en ik wil toch nog wel wat dingen bezoeken op deze trip. Dus heb ik er maar een heel beperkt aantal dingen kunnen zien, diegene die me het interessantste leken. Hoogtepunten: de Huaca Puclanna en het San Fransisco klooster met catacomben. De kliffen aan de rand van stad, populair bij paragliders, een vreemd zicht in een stad, vond ik ook wel de moeite. Oh ja, en lekker gegeten… Ik heb daar wel even geproefd van de vis, want die wordt er heerlijk klaargemaakt, dat was me aangeraden en dat was ook zo. En ceviche natuurlijk.
En na Lima komt Paracas… Maar dat zal voor volgende keer zijn.
Op afgelegen plekken in Peru blijkt het hier net evident te zijn als vegetariër. Een ‘plato vegetariano’ hebben of kennen ze niet en anders dan in bv Colombia bieden ze niet snel aan om er je er toch eentje te maken. Je krijgt eerder een rare blik die iets als: ‘wat vraag jij nu, kwiet?’ uitdrukt. En je moet opletten, want zelfs als ze je verzekeren dat er geen vlees in een schotel zit, kan uiteindelijk blijken dat er kip of ham in zit. Dat wordt door sommigen niet als ‘carne’ beschouwd. Dus ja, behelpen, zelf koken of rekenen op de goodwill…
Van die goodwill gesproken. De psyche van de Peruaan is me ook nog niet helemaal duidelijk. Enerzijds beginnen ze je weer spontaan te helpen als je te lang op een plannetje of in het rond staat te turen. Keivriendelijk. Anderszijds, in restaurants dus, maar ook in vele officiële instanties kan men heel stug zijn als je iets vraagt dat een beetje buiten het gekende patroon valt. Maar dat heb je overal zeker?
Voor de rest gaat het goed. Een beetje moe dus. Met al die nachtbussen tussendoor, denk ik. Maar ik denk dat me de komende dagen een upgrade van hostel naar hotel ga veroorloven om een paar nachten na elkaar goed te slapen.
[shashin type=”photo” id=”989,988,990,991,992,993,994,995,996,997,998,999,1000,1001,1002,1003,1004,1005,1006,1007,1008,1009,1010,1011,1012,1013,1014,1015,1016,1017,1018,1019,1020,1021,1022,1023,1024,1025,1026,1027,1028,1029,1030,1031,1032,1033,1034,1035,1036,1037″ size=”small” columns=”max” order=”user” position=”center”]